Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) ontvangt dit jaar de Prinsjesprijs. Juryvoorzitter Wim Deetman maakte dit vanavond bekend. De winnaar ontving de prijs uit handen van Commissaris van de Koning Han Polman van de provincie Zeeland. De jury was unaniem in haar keuze voor Omzigt. Zij roemt zijn onvermoeibare inzet voor de ‘gewone burger’ waar het gaat om falen van de overheid en zijn indrukwekkende feitenkennis op verschillende dossiers. ‘Zijn volhardendheid maakt hem niet altijd even geliefd bij collega’s, partijgenoten en vooral bewindslieden. Maar hij vervult met zijn scherpe geest en sterk ontwikkelde gevoel voor rechtvaardigheid een onmisbare rol als ‘luis in de pels van het kabinet’’, zo is te lezen in het juryrapport.
De Prinsjesprijs is onderdeel het Prinsjesfestival en wordt sinds 2013 uitgereikt aan een politicus die in optreden of handelen van bijzondere betekenis is of is geweest voor het gezag van het parlement en voor de vitaliteit van de parlementaire democratie van Nederland. Eerder ging de prijs naar de voormalig voorzitter en de voormalig griffier van de Tweede Kamer, respectievelijk Gerdi Verbeet en Jacqueline Biesheuvel (2013); de financieel woordvoerders van de ‘constructieve oppositie’: Wouter Koolmees, Carola Schouten en Elbert Dijkgraaf (2014); en aan senator Roel Kuiper (2015).
De jury wordt dit jaar gevormd door Wim Deetman, oud-voorzitter Tweede Kamer, samen met Anne Bos, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, en Max van Weezel, parlementair journalist.
Opkomen voor de ‘gewone burger’
In geval van overheidsfalen komt het aan op de volksvertegenwoordiging om de overheid effectief ter verantwoording te roepen. Dit vereist, gezien het feit dat het vaak ingewikkelde materie betreft, een grondige kennis van zaken en een scherp oordelend vermogen. Vasthoudend zijn als een foxterriër kent echter wel een prijs: men wordt snel gezien als een zeurkous die alles in de war schopt. En met opkomen voor de ‘gewone burger’ dient een delicaat evenwicht bewaard te worden tussen het consciëntieus vervullen van het Kamerlidmaatschap en simpel populisme, dat niet op zoek is naar oplossingen maar slechts misstanden aangrijpt om aandacht te vergaren. Daarnaast bestaat ook het risico dat hardnekkig graven naar veronderstelde problemen doorslaat in complot denken, waarmee het vertrouwen van de burger juist wordt ondermijnd. Hoe dan ook is juist deze soms ondankbare taak van de volksvertegenwoordiger van groot belang voor onze samenleving.
Het volledige juryrapport leest u hier.