DEN HAAG – Op maandag 10 september was de officiële opening van de PrinsjesFotoTentoonstelling in het Atrium Den Haag van het Haagse Stadhuis. De tentoonstelling is geopend door Marcel Molle, voorzitter van Stichting de Zilveren Camera en door Rachid Guernaoui, wethouder van Financiën, Integratie en Stadsdelen.
Vrijdag 14 september wordt de winnaar van de PrinsjesFotoPrijs, de beste politieke foto van het jaar wordt uitgereikt voor de beste politieke foto van het jaar tijdens het evenement Democratie in Woord en Beeld op vrijdag 14 september. Dit jaar zijn foto’s van Werry Crone, David van Dam, Remko de Waal en Dirk Hol genomineerd. Hieronder kunt u de speech lezen van Marcel Molle.
Bij de opening van de Prinsjesdag fotoprijs expositie
‘Ik was enigszins verbaasd en licht onthand met de uitnodiging hier enkele woorden tot u te mogen richten. Mijn eigen fotojournalistieke carrière ligt al weer ver achter me en stamt nog uit de tijd dat het Binnenhof een short cut was om met de auto via het Plein in het centrum van Den Haag te komen. De tijd dat Jacobse en van Es er hun Kran prie Deh Haag konden organiseren.
Het was ook de tijd dat het Binnenhof nog écht het fysieke centrum van de Nederlandse democratie was en demonstreren er was toegestaan. Er werd gretig gebruik van gemaakt, alhoewel sommige gezagsdragers daar nogal wat moeite mee hadden. Wij als jonge honden van de nieuwe fotojournalistiek maakten daar dankbaar gebruik van, er viel elke dag wel wat te halen.
Terugkijkend lijkt het alsof alles lief en naïef was zo in de jaren 90. Zo had Willem Middelkoop, destijds de pitbull onder het fotograferend journaille, eens zijn auto op het Binnenhof geparkeerd. Dat mocht niet, maar werd op rustige dagen oogluikend toegestaan. Maar op een dag moest zijn stijlvolle Alfa 164 toch écht weggesleept worden. Ze durfden niet omdat hij zo slim was geweest een vijf sterren generaalspet achterop de hoedenplank van zijn auto te leggen. Niets refereerde aan onze vuilnisbakken van auto’s die altijd meteen werden weggesleept.
In de publiciteit voorafgaande aan deze bijeenkomst werd enigszins beteuterd vastgesteld dat het allemaal zo lastig is om tot de kern door te dringen. Dat kamerleden en minsters een schier onneembare horde van voorlichters om zich heen hebben verzameld. Dat de regels op het Binnenhof zodanig zijn aangescherpt dat politieke fotografie eigenlijk niet meer bestaat. Het is het eerste wat Google op het scherm tovert wanneer ik op de woorden ‘politiek fotografie’ in tik, en het zijn úw eigen woorden.
Maar in mijn herinnering was het in mijn tijd minstens zo lastig om tot die kern door te dringen. Of namen we onze vrijheid voor lief? En zagen we het niet als vrijheid? We hadden ook in die tijd met veel regels, do’s en don’ts te maken. We moesten in mijn beleving ook inventief zijn en vooruit denken om bij die kern te komen waar we allemaal wilden zijn, maar nooit wisten of we er al waren.
Het lijkt voor fotografen steeds moeilijker te worden een eigen visie te kunnen hebben. Alles wordt meer en meer geregisseerd door de spindoctors in de politiek. Politici zijn meer en meer acteurs die weten hoe ze op de camera over willen komen en daarin getraind worden middels mediatraining. Het doet me denken aan mijn dochters die gewend zijn selfies te maken en weten hoe ze er uit willen zien op de foto. Als ik een foto van ze maak wordt die beoordeeld op basis van hun selfie-criteria.
Graag wil ik u even meenemen naar de tijd dat parlementaire fotografie begin vorige eeuw ontstond. En er is natuurlijk, in Nederland, maar één naam die daarbij komt bovendrijven, Erich Salomon. Hij maakte naam in een tijd dat er, zo schat ik in, helemaal geen regels waren voor de Rutger Castricum van een eeuw geleden. Uit de biografie van Salomon: Salomon was een vernieuwer op het gebied van de parlementaire fotografie. Salomon gebruikte de “verborgen camera”, waarbij geen sprake was van de tot dan toe gebruikelijke portretfotografie, maar waarbij de politici op de gevoelige plaat werden gelegd tijdens een overleg of debat. Deze manier van fotograferen was nieuw en vormt in zekere zin de basis voor de moderne fotoreportage. Want volgens hem ‘speelt het eigenlijke gemoedsleven van de geciviliseerde Europeaan zich af in besloten ruimtes’. Daar, in de besloten ruimtes, wilde Salomon zijn.
Het zijn, hoewel een eeuw oud, actuele woorden. Salomon’s beroemdste foto heeft een lange indrukwekkende titel: Aristide-Briand-Le-Voilà-Le-Roi-Des-Indiscrets. Raspoliticus en nobelprijswinnaar Briand ontdekt Salomon en roept uit: ‘Kijk, daar is de koning van de indiscretie!’. En is dat niet zoals u meent dat er nog steeds naar u wordt gekeken? U mag opdraven wanneer het hen belieft. Salomon kreeg uiteindelijk een soort cultstatus, een vergadering of internationale top was niet geslaagd als Salomon er al dan niet stiekem was komen fotograferen.
Het blijft uw eeuwige balanceren tussen regels, betamelijkheid en nieuwsgierigheid. En wat rest, is slechts indiscretie. Ik moet in dit verband ineens aan de moderne Erich Salomon denken, Vincent Mentzel. Hij fotografeerde ooit alles wat los en vast zat op en rond het Binnenhof, totdat zijn te nauwe banden met diverse hoofdrolspelers op datzelfde Binnenhof te close werden en hij van de ene op de andere dag zijn camera aan de wilgen hing. Over balanceren gesproken!
Terug naar het heden, naar deze wedstrijd, want deze bijeenkomst is slechts een opmaat naar de bekendmaking van de béste politieke foto van het afgelopen jaar, aanstaande vrijdag in het statige gebouw van de Eerste Kamer. En dan moet ik toch even naar die andere grote fotowedstrijd waar ik voorzitter van mag zijn, De Zilveren Camera.
Aanstaande februari gaan wij ons 70 jarig jubileum vieren. En in die 70 jaar heeft de parlementaire fotografie altijd vooraan gestaan bij het uitreiken van de hoofdprijzen. Zo mocht ik destijds als lid van de jury Evert Jan Daniels de ZC uitreiken voor een foto van Rutte, Verhagen en Wilders. Maar ook in de jaren daarvoor viel bv. Martijn Beekmans tweemaal in de prijzen.
Toch lijkt de aandacht voor politieke fotografie met golven te komen en gaan. Voor zover ik in onze archieven kon terugvinden is dit de oudste politieke foto die ooit een ZC won.
Van de hand van de meester, we hadden het al over hem, Vincent Mentzel. Lang deden deze foto’s gewoon mee in de Zilveren Camera wedstrijd in de diverse nieuws categorieën. Pas in 1996 wordt er aparte categorie voor in het leven geroepen, politiek nieuws. Om 10 jaar weer te verdwijnen. Onze annalen laten ons in het duister wat de reden hiervan was. Wat ik wel weet is dat we in 2016 weloverwogen en misschien een klein beetje door uw prachtige initiatief ingegeven, besloten de categorie Politiek te herintroduceren. Het lijkt toch een aparte specialisatie binnen de fotojournalistiek te zijn met zijn eigen mores. En David van Dam, hier ook meermalen winnaar en genomineerd won bij ‘ons’ ook diverse prijzen.
Kortom er lijkt, terecht, een revival van de politieke fotografie plaats te vinden. Er is in ieder geval genoeg aandacht voor. Daarmee lijkt mij uw statement dat de politieke fotografie dood is, gelogenstraft.
En ik wil afsluiten door de woorden van Aristide Briand te parafraseren, ben en blijf binnen de grenzen van de betamelijkheid altijd zo indiscreet mogelijk!’
Marcel Molle