DEN HAAG, 13 september 2018 – Leonoor Russell is de winnares van PrinsjesRede 2018! De nationale speechschrijf-wedstrijd van Prinsjesfestival. Lees hieronder haar winnende speech:
Participeren kun je niet leren
Hallo allemaal,
Wat fijn dat u er bent. Maakt u zich geen zorgen: ik ben geen juf Ank. Mijn naam is Anneke. En de reden dat ik hiermee begin, is omdat ik deze tekst niet uit mijn hoofd krijg. Ik werk op een sociale werkplaats, als begeleider. En dit is het lievelingsliedje van onze medewerkers. We zingen het iedere dag uit volle borst. Hoe kort je nacht ook is geweest, of hoe slecht ook je humeur… Dan kan je niet anders glimlachen… Maar ik moet u eerlijk zeggen: het glimlachen valt mij steeds zwaarder. Want over een paar weken moeten wij de werkplaats sluiten. We houden het niet meer vol. In 2015 draaide de Participatiewet de deur van de sociale werkplaatsen aan de buitenkant op slot.
Er kon niemand meer in. Er konden alleen nog mensen uit. Mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking moesten weer integraal onderdeel worden van onze “nationale workforce“. De politiek sprak af met werkgevers en vakbonden dat ze binnen tien jaar 125 duizend van deze mensen aan het werk zouden helpen. 125 duizend… En dat alles onder de noemer: ‘participeren kun je leren’. Weet u hoeveel plekken er sindsdien zijn gerealiseerd? 735… Niet alleen bedrijven, maar ook de overheid heeft de beloftes niet waargemaakt. En in de tussentijd zag ik de ene na de andere werknemer vertrekken. Naar huis. Op de bank. Alleen. Weg structuur. Weg veilige omgeving.
Weg trots. Terug naar dat akelige gevoel dat de meeste mensen met een arbeidsbeperking hebben. Dat gevoel van: “Ik voeg niets toe. Ik ben tot last.” Vaak lukt ze niet eens om een uitkering aan te vragen en eindigen ze in de armoede. Dat breekt m’n hart. We hebben er ook echt alles aan gedaan om ze te behouden. Toen de geldkraan dicht ging, probeerden we om de productie op te schroeven. Maar dit zijn geen mensen waar je druk op moet leggen. Dit zijn geen mensen die je moet dwingen om het maximale uit zichzelf te halen. Dit zijn mensen die je aan het begin van de dag moet vragen hoe het gaat. En als ze dan ergens mee zitten, dan neem je daar de tijd voor. Er zitten ook mensen tussen die je elke dag opnieuw moet uitleggen wat de bedoeling is.
Dit zijn mensen die rust, aandacht en geduld nodig hebben. Niets meer. Niets minder.
En ik kan u verzekeren: dan heb je ook echt vaklui in huis.
Ik denk aan Johnny van 39, die duizenden bouwpakketten voor autolaadpalen in elkaar heeft gezet. Johnny geniet van de herhaling en het precisiewerk. Elk kabeltje op de juiste manier verbinden. Altijd foutloos.
Of Tim van 25. Tim is opgeleid tot podiumbouwer. Maar omdat hij autistisch is, kan hij de druk bij normale bedrijven niet aan.
Bij ons kan hij lekker in zijn eigen tempo werken. En zet hij hele stellages moeiteloos in elkaar.
Of Mieke. Lieve Mieke. Mieke is 57 en is al heel lang bij ons.
Iedere ochtend zet zij om zeven uur de grote apparaten in onze bedrijfskeuken aan. Ze dekt de tafels.
En zet de stoelen klaar. Zo komt ze rustig op gang. En krijgt ze niet teveel prikkels. Want daar wordt ze heel kribbig van. En soms ontploft ze dan even. Na al die jaren bij ons weet ze dat ze dan beter even weg kan lopen. En dan gaat het weer.
Ik zie deze mensen dag in dag uit. Ik werk met ze. Ik help ze. Ik observeer ze. En ik geniet van mijn prachtige beroep. Ik ben trots op wat ik doe. Net zoals ik trots ben dat Nederlander ben. Het klinkt misschien gek, maar ik betaal met plezier belasting. Want ik vertrouw er op dat de overheid daar verstandig mee omgaat.
Maar de laatste jaren brak van dat vertrouwen steeds een stukje af. Ik lig ’s avond wel eens in bed te denken: in wat voor land leven we eigenlijk? Wat stellen wij als democratie nou eigenlijk voor? Is de maatstaf voor een democratie niet juist hoe je omgaat met de kwetsbaren? Het kan toch niet zo zijn dat je die aan hun lot overlaat? Er wás een systeem. Dat functioneerde. En het gaf mensen als Johnny, Tim en Mieke een kans. Een plek. Een doel. Waarom zou je dat afbreken? Als we dan toch zo nodig willen besparen, zouden we dan niets eens voorzichtig aan moeten kijken naar het salaris van de directeur van de werkplaats? Twee ton per jaar… Dat moet toch anders kunnen?
Maar – afijn – wie ben ik…
Ze hebben er vast een goede reden voor.
Dag allemaal. Fijn dat u er was.