Johan Kroes schreef de beste speech voor PrinsjesRede 2017. In de Kloosterkerk in Den Haag werd hij vandaag als winnaar uitgeroepen van de speechschrijfwedstrijd van Prinsjesfestival. Hij schreef zijn speech voor de fictieve persoon Mark, een Afghanistanveteraan, die een gastles geeft op een middelbare school.
Hieronder de speech van de hand van Johan Kroes:
Hallo allemaal,
Over een week vlieg ik naar Toronto om mee te doen aan de Invictus Games.
Dat is een internationaal sportevenement voor militairen die gewond zijn geraakt.
Ik doe mee aan het wielrennen en het zwemmen.
Dat ik hieraan mag meedoen, had ik een aantal jaren niet voor mogelijk gehouden.
In 2008 raakte ik gewond in Afghanistan.
In één klap raakte ik alles kwijt.
Mijn gezondheid.
Mijn baan.
Mijn zelfvertrouwen.
Dat is nu bijna tien jaar geleden.
Met mijn collega’s reed ik door de Baluchivallei in de provincie Uruzgan.
Ik was onderdeel van de Nederlandse missie.
Om Afghanistan te helpen bij de wederopbouw.
Maar ook om te vechten tegen de Taliban.
Een onvoorspelbare en geduchte tegenstander.
Drie dagen lang hadden we op de top van een heuvel gezeten om inlichtingen te verzamelen over de vijand.
Doordat we na die drie dagen geen eten en drinken meer hadden, moesten we onze positie verlaten en gingen we op weg richting Forward Operating Base Qudus.
Ik werkte bij de genie.
Daarom was het mijn taak om wegen, kruispunten en andere strategische posities te controleren op de aanwezigheid van bermbommen.
Tot dan toe had ik er al twee ontdekt.
Een mooie score.
Ook nu ging ik met mijn collega Jos voorop om de route te ‘searchen’.
Onze metaaldetectoren sloegen niet aan en we zagen ook geen graafsporen.
Daarom gaven we de weg vrij.
We stapten weer in bij onze collega’s in om niet de hele weg te moeten lopen.
Na een paar honderd meter gebeurde datgene waarvan je altijd denkt dat het jou niet overkomt.
Er klonk een doffe klap.
Ons voertuig was op een bermbom gereden.
Deze bom hadden we dus niet gevonden.
Op het moment van de aanslag stond ik in het luik van het voertuig.
Volgens de regels mocht dat eigenlijk niet, maar het bleek mijn redding te zijn.
Ik heb die dag veel engeltjes op mijn schouder gehad.
Mijn collega Jos zat binnenin het voertuig en is omgekomen.
Zelf kwam ik met één voet vast te zitten.
In een reflex heb ik mij losgerukt en rolde ik het voertuig uit.
Door de adrenaline voelde ik nauwelijks pijn.
Maar toen ik probeerde weg te lopen, lukte dat niet.
Uiteindelijk bleek mijn linkerenkel verbrijzeld te zijn.
In twee jaar tijd waren er zes operaties nodig om die enkel weer enigszins te kunnen belasten.
Ik probeerde weer aan de slag te gaan als militair. Ik kwam er alleen al snel achter dat dit geen haalbare kaart was.
Ik ging bijvoorbeeld mee op oefening, maar iedere avond had ik een opgezwollen enkel en ontzettend veel pijn.
Eind 2011 werd ik als ‘ongeschikt’ verklaard voor het militaire vak.
Het militaire uniform, wat mij zo dierbaar was, moest ik uittrekken.
Ik moest op zoek naar een nieuwe baan, met alleen een VMBO-basisdiploma op zak.
Na een beroepskeuzetest koos ik voor een opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening op HBO-niveau.
Inmiddels werk ik met veel plezier als bedrijfsmaatschappelijk werker.
Het heeft mij geleerd dat alle doelen mogelijk zijn.
Dat ging alleen niet vanzelf.
Ik had de mensen in mijn omgeving hard nodig om te herstellen, mijn zelfvertrouwen weer op te bouwen en om een nieuwe richting te vinden.
In het Militair Revalidatiecentrum deelde ik mijn ervaringen met andere gewonde militairen.
Dat hielp enorm in de verwerking.
Later kon ik daar terecht op momenten dat ik het niet meer zag zitten.
Binnen het Nederlandse Invictusteam vond ik de kameraadschap terug.
Het Invictusteam is echt een tweede familie voor mij.
De jaren van revalidatie waren moeilijk.
Ik raakte veel kwijt, maar vond iets nieuws.
Een nieuwe baan.
Een nieuwe hobby.
Maar vooral was het een tijd om de mensen om mij heen op een nieuwe manier leren kennen.
Wat ik heb meegemaakt, dat wens ik niemand toe.
Ik hoop dat het jullie lukt om je dromen en ambities waar te maken.
Maar ik hoop ook dat jullie elkaar zullen helpen als het tegenzit.
Iedere militair die op missie is geweest, zal je vertellen dat Nederland één van de beste landen is om in te wonen en te werken.
We zijn zover gekomen door elkaar te helpen.
Laten we dat blijven doen.
Dank jullie wel.